Y-Brigade

Opgericht            : 15-06-1946 te Leeuwarden

Vertrek Indië     : 20-02-1947 a/b "Kota Inten"

Aankomst Indië                : 26-03-1947 Batavia

Toegevoegd aan:T.T.C. Zuid-Sumatra

Ingedeeld bij     : Y-Brigade

Actiegebied(en):  Praboemoelih, Lahat, Pendoppo, Tebing-Tinggi, Benkoelen

Commandant    : Kapt. Kampman   15-06-1946/-11-194,  Kapt. K. de Boer -11-194/1948, Kapt.B.
Warner -1948/07-03-1950

Gerepatrieerd   : 06-02-1950 a/b "Atlantis", 07-03-1950 aankomst Amsterdam

Omgekomen     : 3 man

De AAT viel onder de Verpleging en Transportdienst (VTD). De centrale leiding berustte bij het directoraat van de VTD. De regionale leiding was in handen van de Territoriaal Verpleging en Transportofficier (TVTO). De leiding bij de eenheden berustte bij de verpleging en transportofficier (VTO) van de AAT. 16 AAT, gevormd uit OVW'ers, bestond uit vijf pelotons t.w. 1 stafpeloton, 1 werkplaatspeloton en 3 transportpelotons. In het stafpeloton waren o.a. ondergebracht, de fourier, betaalmeester, koks, motorordonnansen, administratie en het transpportbureau, waar de transportofficieren alle transporten regelden en de verantwoording hadden van de BOS Het werkplaatspeloton verzorgde alle reparaties en het onderhoud aan de voertuigen. De transportpelotons werden voornamelijk ingezet in het 2e lijntransport. Dit hield in, het transport van levensmiddelen, munitie, brandhout, bouwmaterialen, BOS-producten etc. van de Verbruiks en Levensmiddelen magazijnen (V.L.M.n.) naar de aanvullingplaatsen en voor het transport van de troep bij acties en andere verplaatsingen. Dit werk was beslist niet zonder gevaar. Voortdurend was er de dreiging van sluipschutters of voor mijnen en 'trekbommen'.

Na aankomst te Batavia werd 16 AAT gelegerd in het Transitcamp  bij Tandjong Priok. Op 3 en 6 april werd 16 AAT overgebracht naar Palembang op Zuid Sumatra. In Batavia bleven 120 man achter. Hiervan werden ongeveer 70 man ingedeeld bij 4 AAT (G-peloton). De overigen werden ingedeeld bij de 7 Dec.Divisie. In Palembang werd 16 AAT, dat bestond uit het stafpeloton, het werkplaatspeloton en het A-peloton, gelegerd te Charitas en de kampong Kebon Doekoe. Het in Palembang gelegerde 24 AAT, bestaande uit KL en KNIL, werd als B-peloton toegevoegd. Het materiaal van het A-peloton bestond uit enkele oude "Jappenwagens", een waterwagen en een 15cwt. De werkplaats beschikte over weinig middelen en gereedschappen. Geleidelijk kreeg 16 AAT meer en betere wagens en middelen tot haar beschikking.  Op 5 juni arriveerden de 50 man ex 7 Dec.Divisie te Palembang en vormden het C-peloton. Op 28 juni werd het C-peloton op voertuigen van de M.T.D in groepen gedetacheerd bij diverse onderdelen. Op 20 juli werd op de zuidoever van de Moesi te Bagoes Koening het B-depot AAT opgericht. Te Palembang werd het A-depot AAT opgericht.

Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, was 16 AAT ingedeeld bij de aanvalscolonnes naar o.a. Praboemoelih en Lahat. Na de 1e politionele actie hervatte 16 AAT weer haar normale werk. Op 22 augustus werd de spoorbrug op het traject van Praboemoelih naar Moeara Enim vernield, waarna 16 AAT de bevoorrading voor M. Enim verzorgde. Uit het A en B-depot AAT werden 35 man onttrokken en werd het C-depot opgericht te M. Enim. Tussen 23 en 25 september arriveerde het G-peloton te Palembang en loste het de voor het grootste deel bij het B-peloton verblijvende mannen van 24 AAT af. Het A, B en C-depot werden opgeheven. Het nieuw gevormde B-peloton werd gelegerd te Praboemoelih, Bagoes Koening en Palembang. Het A-peloton was geheel gelegerd in Palembang. Geregeld werden er secties tijdelijk gedetacheerd bij de infanterie zoals o.a. te Rasowan, Lahat, Sekajoe, Pendoppo en Karang Waroe. Tijdens de 2e politionele actie, op 30 december 1948, trok 16 AAT mee op naar Tebing Tinggi  en Benkoelen. Na de actie was 16 AAT o.a. gedetacheerd te Loeboek Linggau, Tjoeroep, Kepahiang en Pagaralam. In dit gebied bleef 16 AAT gelegerd tot aan de repatriëring.